Wat is een LESA?

Een Landschapsecologische Systeemanalyse (LESA) onderzoekt de wisselwerking en onderlinge relaties tussen natuurlijke systemen in een gebied. Door het methodisch in kaart brengen van factoren als geologie, hydrologie en vegetatie ontstaat een integraal beeld van het landschappelijke systeem.

Deze analyse kan op kleinere schaal (perceelsniveau) worden uitgevoerd of op een grotere schaal (gebiedsniveau). Deze inzichten zijn cruciaal voor het beoordelen van de haalbaarheid van natuurdoelen en/of het identificeren van mogelijk benodigde herstelmaatregelen.

Landschapsecologische Systeemanalyse (LESA) voor een bijzonder landgoed

Vanuit een opdrachtgever kreeg Ecoresult de vraag hoe de biodiversiteit op een specifiek landgoed kan worden vergroot. Een interessante opdracht omdat de locatie van het betreffende landgoed niet alledaags is, namelijk op het prachtige Waddeneiland Texel.
Texel kent door haar afwijkende ondergrond een unieke opbouw ten opzichte van de andere eilanden. Dit komt door het ontstaan van het eiland rondom een keileemopduiking, bekend als de Hoge Berg, terwijl de rest van de Waddeneilanden zijn ontstaan door kustduinen.

“Texel is een fascinerend eiland voor een LESA. De lange bewoningsgeschiedenis en de unieke geologie met de Hoge Berg als keileemopduiking biedt een totaal andere uitgangssituatie dan de andere Waddeneilanden. Op zo’n relatief klein gebied vind je een enorme diversiteit aan bodemtypen en landschapselementen,” vertelt Vasco van den Berg, ecoloog bij Ecoresult.

Luchtfoto van een deel van het plangebied met daarop delen van het bos, het vochtig hooiland, de zoete plas en het kruiden en faunarijkgrasland.

Icoonlandschap van Nederland

Het landgoed ligt op de Hoge Berg. De Hoge Berg kent een lange bewoningsgeschiedenis en is zelfs uitgeroepen tot icoonlandschap van Nederland. Door de korte afstand waarin bodemsoorten zich er afwisselen, ontstaan door het samenspel van geologie en grondgebruik van de mens, zijn er relatief veel omgevingsfactoren om rekening mee te houden in het plangebied.

Om de natuurwaarden van het landgoed daadwerkelijk te kunnen vergroten is een inrichtings– en beheerplan nodig. Voorafgaand aan dit plan is een landschapsecologische systeemanalyse (LESA) noodzakelijk. Dit is een essentiële stap om een goed beeld te schetsen van waar knelpunten en potenties voor natuurherstel en -verbetering liggen.

Veldwerk: een onmisbaar onderdeel van de  LESA

Veldwerk is een onmisbaar onderdeel van de LESA: het daadwerkelijk zien en ervaren van verschillende landschapsprocessen helpt om te bepalen waar bijvoorbeeld water door het landschap stroomt, waar grondwater aan het oppervlak komt en waar bepaalde vegetatie zich kan ontwikkelen.

“Veldwerk is voor mij het meest waardevolle onderdeel van een LESA. Je kunt nog zoveel kaarten en rapporten bestuderen, maar pas als je met je laarzen in de modder staat, zie je hoe het landschap echt in elkaar steekt. Op Texel heeft dit veldwerk ons inzichten opgeleverd die we puur met bureauonderzoek nooit hadden ontdekt,” aldus Van den Berg.

Deze informatie wordt gekoppeld met de bureaustudie om een integraal beeld te krijgen van een onderzoeksgebied. Een mooie uitdaging voor onze collega Vasco van den Berg om het 12 hectare tellende landgoed te onderzoeken, in kaart te brengen en uiteindelijk een goed onderbouwd advies uit te brengen hoe het gebied kan worden ingericht om er een zo hoog mogelijke natuurwaarde te ontwikkelen.

Selfie van Vasco van den Berg met schapen bij de drinkkolk op het landgoed op Texel

Vasco van den Berg met nieuwsgierige schapen bij de drinkkolk op het landgoed.

Azuurwaterjuffers parend in oevervegetatie zoete plas

Azuurwaterjuffers parend in oevervegetatie zoete plas.

Gebiedsbeschrijving en vraagstukken

Het landgoed is gelegen op de flanken van een stuwwal. Op korte afstand vindt er van hoog naar laag een overgang plaats in de ondergrond van keileem, naar dekzand en zeeklei. Verder bestaat het landgoed uit waterpartijen, graslanden, een droogvallend (kwel)beekje en jong en oud bos. Ook verschillende cultuurhistorische elementen zijn aanwezig, zoals drinkkolken en tuunwallen.

Het is de vraag welke natuurwaarden deze elementen nu hebben en hoe de natuurwaarde vergroot kan worden. Kan het kruiden- en faunarijke grasland ontwikkelt worden naar een hoger beheertype, zoals vochtig hooiland of droog schraalgrasland? Welke verschillende bodemtypes zijn er op het landgoed aanwezig en welke potenties bieden deze voor natuurontwikkeling? Welke grondwaterstromen hebben invloed op de ontwikkeling van de natuur en wat is de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater?

Een vegetatief goed ontwikkelde tuunwal op de Hoge Berg, in beheer van Staatsbosbeheer, met soorten als klein streepzaad, muizenoor en schapenzuring

Een vegetatief goed ontwikkelde tuunwal op de Hoge Berg, in beheer van Staatsbosbeheer, met soorten als klein streepzaad, muizenoor en schapenzuring.

Twee viervlekken rustend in het vochtig hooiland.

Schapen bij een drinkkolk op Texel - LESA Ecoresult

Schapen bij een drinkkolk.

Methode voor deze LESA

Voor de LESA is allereerst een bureaustudie uitgevoerd naar de geo(morfo)logie, bodem, hydrologie, cultuurhistorie, flora en fauna, en het recent en historisch landgebruik, conform de methode van Van der Molen et al. (2010).

Grondboringen

Om de opgedane kennis van de bureaustudie in het veld te testen zijn er onder meer op 7 locaties grondboringen uitgevoerd. Aanvullend zijn er ook grondmonsters genomen en geanalyseerd in het laboratorium op de voor planten beschikbare hoeveelheid fosfaat in de bodem.

Vegetatieopname

Rondom het boorpunt is ook de vegetatie in beeld gebracht. Door middel van een vegetatieopname met de schaal van Braun-Blanquet is bepaald welke plantensoorten er voorkomen, in welke mate en in welke samenstelling. In Synbiosys zijn deze opnames geanalyseerd en waar mogelijk ingedeeld op plantgemeenschap.

Waterkwaliteit

Tijdens het veldbezoek is er ook een meting gedaan van de waterkwaliteit van de waterpartij die zich op het landgoed bevindt. Voor de ontwikkeling van natuur is het type oppervlakte- en grondwater van belang: is er sprake van relatief voedselarm en zuur water of is er sprake van basenrijk grondwater? Voor een klein deel vonden we iets voedselrijker grondwater dat het hele jaar door rondom de zoete plas aan het oppervlakte komt. Het in de zomer droogvallende beekje transporteert grondwater en regenwater.

Flora en Fauna

De huidige en potentiële flora en fauna zijn bekeken die op het landgoed voorkomen. Daarbij is er specifiek gekeken naar welke natuurbeheertypen er voor en na inrichting op het landgoed (kunnen) voorkomen en welke kenmerkende flora en fauna daarbuiten aanwezig zijn.

Cultuurhistorie

Om de landschappelijke ontwikkeling en historische context goed te begrijpen, is uitgebreid onderzoek gedaan naar het historisch landgebruik van het gebied. Hierbij zijn oude kaarten, archieven en literatuur geraadpleegd om inzicht te krijgen in de ontginningsgeschiedenis, bewoning en historisch grondgebruik. Bijzondere aandacht ging uit naar de karakteristieke landschapselementen zoals tuunwallen en drinkkolken, die een uniek kenmerk vormen van het oude cultuurlandschap op Texel. Ook de podzolbodems met een dikke eerdlaag kunnen gezien worden als cultuurhistorisch kenmerk. De eerdlaag van ca. 60 cm is waarschijnlijk ontstaan door het aanvoeren van kleizoden van kwelders. Deze elementen vertellen niet alleen iets over het verleden, maar bieden ook aanknopingspunten voor natuurontwikkeling die aansluit bij de cultuurhistorische waarden van het gebied.

Overzichtsfoto van meidoornhaag, tuunwal en drinkkolk.

LESA Texel: hoogtepunten van het onderzoek

Drinkkolken zijn uniek voor Texel en kunnen net als tuunwallen een gevarieerde plantengroei hebben, met diverse kenmerkende soorten. Relatief voedselarme kolken, die meestal in extensief beheerd grasland liggen, bevatten soorten als drijvend fonteinkruid, fijne waterranonkel, waterpostelein en ondergedoken moerasscherm. De meeste kolken zijn voedselrijk en daarin worden algemenere plantensoorten aangetroffen, zoals mannagras, klein kroos, fioringras, blaartrekkende boterbloem en sterrekroos.

Diersoorten die in de kolken voorkomen bestaan uit een gevarieerde macrofauna met een aantal zeldzame waterwantsen, waterkevers en watermijten. Qua amfibieën worden groene kikker, bruine kikker, heikikker, rugstreeppad en kleine watersalamander aangetroffen in kolken.

Groene kikker in de zoete plas.

Gevlekte orchissen.

De enkele drinkkolk op het landgoed die niet dicht is gegroeid kent nog een mooie begroeiing met drijvend fonteinkruid, fioringras, waterbies en klein kroos.

“De drinkkolken op Texel zijn een prachtig voorbeeld van hoe cultuurhistorie en ecologie samenkomen. Deze door mensen gemaakte waterpartijen bieden nu leefgebied aan bijzondere soorten,” legt Van den Berg uit.

Een opmerkelijke waarnemingen: aan de rand van het plangebied met het bos stond één Gevlekte orchis. Deze soort is een indicator van grondwaterstromingen die aan de oppervlakte komen en daar de standplaats met mineralen aanrijken – vochtigheid is een belangrijke ecologische factor, verdroging leidt tot het verdwijnen van de soort.

“Van het vinden van gevlekte orchissen wordt je als ecoloog enthousiast, want het is een bio-indicator. Deze plant vertelt ons waar grondwaterstromen aan de oppervlakte komen en mineralen aanvoeren. Het is alsof het landschap en de vegetatie zelf je de weg wijst naar kansrijke plekken voor natuurontwikkeling,” vertelt Vasco enthousiast.

Fauna

Qua fauna zijn er twee soorten die uniek zijn voor Texel en de omgeving van de Hoge Berg en die een directe relatie hebben met kruidenrijke tuunwallen. De klokjesdikpootbij en de Texelse zandbij zijn soorten waarvan er op Texel een geïsoleerde populatie leeft rondom de Hoge Berg. De klokjesdikpootbij vliegt in juli en augustus en bezoekt dan grasklokjes die op de tuunwallen groeien. Er wordt vermoed dat de Texelse populatie klokjesdikpootbijen en Texelse zandbijen tussen 5500 en 3000 v. Chr. geïsoleerd is geraakt toen de verbinding tussen de hogere delen van Drenthe en Friesland met Texel werd verbroken. Het zijn dus unieke bijenpopulaties, die door hun voorkomen op het eiland kwetsbaar zijn om te verdwijnen.

Texelse zandbij op muizenoor (drachtplant) die op tuunwal stond.

“De aanwezigheid van die unieke bijenpopulaties maakt dit project extra bijzonder. Besef je dat deze Texelse zandbijen en klokjesdikpootbijen mogelijk al meer dan 5000 jaar geïsoleerd leven op dit eiland? Dat schept een extra verantwoordelijkheid om hun leefgebied te beschermen en te versterken,” benadrukt Van den Berg.

Scholeksters zijn ook een kenmerkende soort voor tuunwallen. Deze vogelsoort broedt graag bovenop tuunwallen. Tijdens het veldbezoek is dit vastgesteld op tuunwallen in Staatsbosbeheer gebied, maar niet op tuunwallen in het onderzoeksgebied. Een relatief rustige tuunwal middenin het droge grasland op het landgoed zou een uitstekende locatie zijn voor broedende scholeksters.

Een markante verschijning op het landgoed is de ijsvogel. IJsvogels broeden niet op Texel, een enkel incidenteel geval daargelaten, maar tussen augustus en april wordt de soort regelmatig op Texel waargenomen. Zo dus ook op het landgoed. Om de ijsvogel toch in staat te brengen om te broeden op het landgoed kunnen er maatregelen worden getroffen om het er aantrekkelijker te maken voor deze soort. IJsvogels broeden langs waterpartijen in steilwanden waar hun nesten veilig zijn voor predatoren. Een dergelijke steilwand kan gemaakt worden door het omtrekken van een boom in de waterkant naast de afgegraven waterpartij. Als er geen geschikte boom aanwezig is, kan er een steilrand gegraven worden of een kunstmatige ijsvogelwand aangelegd worden.

“De ijsvogel is een iconisch onderdeel van de biodiversiteit op het landgoed. Met relatief eenvoudige maatregelen, zoals het creëren van een steilwand, kunnen we deze prachtige vogel misschien zelfs tot broeden verleiden op Texel,” aldus Van den Berg.

Bevindingen en conclusies

Op basis van de LESA kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een kleinschalig beekdalsysteem op de flank van een oude stuwwal waarbij er een duidelijke overgang plaatsvindt van droog naar nat. Het droge deel bestaat uit dekzand en is in het Pleistoceen gevormd, terwijl het natte deel voornamelijk uit klei bestaat en in het Holoceen is gevormd.

Een voor natuur erg interessante overgang van ecosystemen, die zich ook nog eens in het oudst bewoonde deel van Texel bevindt. Hier zijn unieke landschapselementen aanwezig zijn (zoals drinkkolken en tuunwallen), met bijbehorende kenmerkende flora en fauna. Deze variatie zorgt voor een grote huidige en potentiële natuurwaarde.

Bureaustudie en veldwerk

Het laten samenvloeien van bureaustudie en veldwerk is ook dit keer van grote waarde gebleken. We hebben landschapsprocessen ontdekt en natuurwaarden aangetroffen die anders over het hoofd gezien zouden zijn.

Zo is er bijvoorbeeld een klein beekje ontdekt, dat duidelijke verschijnselen van kwel vertoont; een dun ijzerlaagje is aangetroffen.

“Wat ik zo mooi vind aan dit werk is dat het landschap je altijd weer verrast. De bodemkaart gaf aan dat we alleen laarpodzolgronden zouden aantreffen, maar in werkelijkheid bleek er een veel rijkere variatie te zijn. Die ontdekking van dat kleine beekje met kwelverschijnselen en het ijzerlaagje – dat zijn de momenten waarop je als ecoloog echt het verhaal van het landschap kunt lezen en hoe het onderzoeksgebied in het grotere geheel past,” vertelt Vasco.

Beekje op het landgoed De hoge Berg Texel in mei - drooggevallen

Beekje in mei 2024 – drooggevallen.

Beekje in mei - ecoloog Vasco van den Berg meet de waterkwaliteit

Vasco van den Berg meet de waterkwaliteit van het beekje.

Praktische aanbevelingen uit de LESA

Op basis van de LESA hebben we concrete aanbevelingen geformuleerd voor de inrichting en beheer van het landgoed. Hierbij hebben we zorgvuldig afgewogen welke maatregelen de natuurwaarden kunnen versterken zonder de cultuurhistorische waarden aan te tasten.

Behoud van cultuurhistorische waarden

Een belangrijke conclusie van de LESA was dat de cultuurhistorische waarde van de podzolbodems met dikke eerdlaag behouden moet blijven. Hoewel in eerste instantie werd overwogen om delen af te plaggen voor de ontwikkeling van schralere natuurtypen, hebben we uiteindelijk geadviseerd om dit niet te doen. De eerdlaag van ongeveer 60 cm, waarschijnlijk ontstaan door het aanvoeren van kleizoden van kwelders, vertegenwoordigt een belangrijk cultuurhistorisch element. Bovendien zou de verschralingsduur na afplaggen nog zodanig lang zijn, dat er op afzienbare termijn geen groot natuurresultaat te verwachten valt.

Beheer van tuunwallen en drinkkolken

Voor de tuunwallen is geadviseerd om deze zodanig te beheren dat vergrassing wordt tegengegaan, waardoor kenmerkende flora zoals muizenoor, schapengras en klein streepzaad kan terugkomen. Hiervan profiteren de zeldzame bijensoorten direct. Dichtgegroeide tuunwallen kunnen, voor zover mogelijk binnen de NSW-regelgeving, worden vrijgezet van bramen en struweel. Ook is uitbreiding van tuunwallen mogelijk waar nu schapengaas als perceelscheiding dient.

Voor de drinkkolken is aanbevolen om deze vrij te zetten van overmatige begroeiing om de waterkwaliteit te verbeteren en geschikter habitat te creëren voor amfibieën en waterplanten.

Hydrologische maatregelen

Een essentieel advies is het intact laten van de kwelstroom. Waar mogelijk moet gebufferd water benut worden voor de gegraven waterpartij. Het verondiepen van de beek zorgt ervoor dat water minder snel wordt afgevoerd en beter de bodem kan inzakken.

Graslandbeheer

Voor de hoger gelegen graslanden is geadviseerd om deze te beheren als kruiden- en faunarijk grasland (N12.02) en er een verschralingsbeheer op toe te passen. De nattere graslanden kunnen worden beheerd als vochtig hooiland (N10.02), waarvoor geen specifieke inrichtingsmaatregelen zoals afplaggen nodig zijn.

Bruin zandoogje op 31 mei - vroegste waarneming voor Texel ooit dus gebruikt landgoed om voort te planten

Bruin zandoogje op 31 mei 2024 – vroegste waarneming voor Texel ooit dus gebruikt landgoed om voort te planten.

Viervlek in het vochtig hooiland.

Soortgerichte maatregelen

Voor specifieke doelsoorten zijn gerichte maatregelen aanbevolen:

  • Het verwijderen van honingbijenkasten van het erf ten behoeve van de zeldzame wilde bijensoorten
  • Het realiseren van een ijsvogelwand door middel van een omgetrokken boom of kunstmatige wand
  • Maaibeheer dat rekening houdt met de fauna door altijd ongeveer 20% van de vegetatie te laten staan

Recreatieve ontsluitingen

Om de natuurwaarden beleefbaar te maken, is geadviseerd een pad aan te leggen door het bos om het oude en nieuwe bos met elkaar te verbinden. In de nattere delen van het bos, waar de beek doorheen stroomt, kan een vlonderpad aangelegd worden.

Watergang bij zoete plas.

Van analyse naar de praktische inrichting van het plangebied

De bevindingen uit deze LESA zijn inmiddels uitgewerkt in een inrichtings- en beheerplan waarin Ecoresult ook advies heeft uitgebracht over subsidiemogelijkheden volgens de Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL). Het plan omvat specifieke inrichtings- en beheermaatregelen, inclusief een begroting voor de inrichtingskosten, beheerkosten en mogelijk te verkrijgen subsidies.

Ecoresult heeft alle kennis in huis op het gebied van landschapsecologische systeemanalyses. Onze experts zetten vervolgens de analyse in om zo de onderzoeksvraag in een onderzoeksgebied te kunnen beantwoorden.

“Dit project op Texel bevestigt voor mij waarom landschapsecologische systeemanalyses zo waardevol zijn. We kijken niet alleen naar losse natuurelementen, maar naar het complete samenspel van bodem, water, historie en biodiversiteit. Juist op een eiland als Texel, met zijn unieke ontstaansgeschiedenis en kleinschalige landschap, levert dat fascinerende inzichten op die direct toepasbaar zijn in plannen voor natuurherstel en -ontwikkeling,” concludeert Van den Berg.

Heb je vragen over deze LESA op Texel of wil je de landschapsprocessen in een gebied in kaart brengen, bijvoorbeeld voor het vergroten van de biodiversiteit? Bel of mail ons! Wij helpen je graag bij uiteenlopende vraagstukken rondom LESA en inrichtings- en beheerplannen.

Vond je dit nieuwsbericht interessant? Deel het met anderen: