Aangepast vleermuisprotocol meervleermuis:

wat gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars moeten weten

Het aangepaste vleermuisprotocol meervleermuis is sinds kort van kracht. Door het aangepaste vleermuisprotocol zijn extra onderzoeksrondes verplicht, wat gevolgen heeft voor de planning en uitvoering van projecten. Door het unieke gedrag van de meervleermuis werd deze soort vaak gemist bij standaard vleermuisonderzoek. Met het nieuwe protocol worden de onderzoeksmethoden aangescherpt, zodat de meervleermuis beter wordt beschermd én projecten sneller en zorgvuldiger kunnen worden uitgevoerd.

Wat betekent het geactualiseerde protocol voor opdrachtgevers?

Voor gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars betekent het geactualiseerde protocol dat er vanuit het ecologisch onderzoeksbureau, zoals Ecoresult, extra onderzoek nodig is. Afhankelijk van het type verblijfplaats dat wordt verwacht, zijn één of twee extra ochtendbezoeken verplicht. Deze extra inspanning verhoogt de onderzoekskosten enigszins, maar vergroot ook de kans op het verkrijgen van een vergunning voor werkzaamheden onder de Omgevingswet.

Ecoresult biedt meerwaarde dankzij ruime ervaring en expertise in vleermuisonderzoek, en specifiek met de meervleermuis. In Nederland zijn er weinig ecologen met ervaring met deze soort. Bij Ecoresult werken deskundigen zoals Anton van Meurs (meer dan 25 jaar ervaring), Koen van Veen en Roel van Marrewijk, die allen ruime ervaring hebben met (meer)vleermuizen. Wij herkennen de uitdagingen van het opsporen van de meervleermuis en weten hoe deze soort effectief te identificeren.

Het aangepaste vleermuisprotocol meervleermuis geldt in heel Nederland, behalve in Noord- en Zuid-Holland. In deze provincies is er een overgangsperiode tot 15 juli 2025. Reeds gegunde opdrachten mogen daar worden voortgezet, mits de werkzaamheden niet plaatsvinden in de buurt van een kraamkolonie. Zie ook het officiële bericht van OD NHN

Aanleiding voor het aangepaste vleermuisprotocol meervleermuis

Nieuwe inzichten in de ecologie van de meervleermuis laten zien dat het oude protocol onvoldoende zekerheid bood over de aanwezigheid van deze soort. Meervleermuizen vliegen vaak pas uit als het volledig donker is en vertonen nauwelijks verblijfplaats-indicerend gedrag. Ze vliegen stil uit, vaak één voor één, en verlaten direct de omgeving van het verblijf. Hierdoor werden ze bij traditionele avondrondes vaak gemist.

Onze collega Anton van Meurs, ervaren vleermuisonderzoeker, licht toe: “Deze soort heeft een minder herkenbare manier van uitvliegen: ze vliegen verdekt uit en niet allemaal tegelijk. Hierdoor is het mogelijk dat kraamkolonies worden gemist. Bovendien worden van de Myotis-soorten de jongen van de meervleermuis het vroegst geboren, wat betekent dat de onderzoeksinspanning in een korter tijdsbestek moet plaatsvinden dan bij andere soorten. Vanwege de lastige herkenbaarheid en beperkte zichtbaarheid is extra inspanning vereist om deze soort goed in kaart te brengen.”

De meervleermuis is zeldzaam, met 30% van de Europese populatie in Nederland. Dit maakt bescherming van deze soort in Nederland extra belangrijk.

Meervleermuis in holte

Meervleermuis | Foto: Koen van Veen

De nieuwe onderzoeksprocedure volgens het vleermuisprotocol meervleermuis

Het geactualiseerde protocol schrijft nu ochtendonderzoek voor in plaats van avondonderzoek. In gebieden met kraamkolonies (rood gemarkeerd op de verspreidingskaart, te downloaden via Netwerk Groene Bureaus/vleermuisprotocol zijn twee ochtendrondes verplicht in de kraamperiode. In zowel de rode gebieden (kraamkolonies) als de blauwe gebieden (mannenverblijven) is een extra ochtendronde in juli nodig voor het opsporen van satelliet verblijfplaatsen.

Concreet betekent dit:

  • In rode gebieden: twee ochtendrondes (voor kraamverblijven)
  • In blauwe gebieden: één ochtendronde in juli (voor satellietverblijven)
  • In gebieden met dubbele arcering: drie ochtendrondes voor kraam- en satellietverblijfplaatsen

Het protocol introduceert ook het begrip satellietverblijfplaatsen: bestaande verblijven die onderdeel zijn van het netwerk van een groep meervleermuizen en van groot belang zijn voor de functionaliteit van het netwerk. Deze verblijfplaatsen worden zowel tijdens de kraamtijd als daarna door kolonies gebruikt.

Aangescherpte randvoorwaarden voor vleermuisonderzoek meervleermuis

De weersomstandigheden voor onderzoek zijn aangescherpt:

  • Meervleermuizen vliegen al bij 8°C in plaats van 10°C
  • De maximale windkracht is teruggebracht van 4 naar 3 Beaufort
  • Er mag geen neerslag of mist zijn, vooral niet boven water waar deze soort actief is

Bij nieuw aangetroffen verblijfplaatsen wordt een uitvliegtelling voorgeschreven binnen drie dagen na het vaststellen van het verblijf, om de grootte van de kolonie te bepalen.

Deze aanpassing van het vleermuisprotocol meervleermuis onderstreept het belang van voortdurend onderzoek voor effectieve natuurbescherming. Door de onderzoeksmethoden aan te passen aan het gedrag van de meervleermuis, kunnen we deze bijzondere soort beter beschermen.

Waarom Ecoresult voor vleermuisonderzoek?

Wanneer u als gemeente, woningcorporatie of projectontwikkelaar vleermuisonderzoek door Ecoresult laat uitvoeren, bent u verzekerd van diepgaande kennis en ervaring. Dit zorgt voor een grondig onderzoek en vergroot de kans op het verkrijgen van een vergunning voor bouwprojecten of renovaties.

Voor een vrijblijvend adviesgesprek over uw specifieke situatie:

Vond je dit nieuwsbericht interessant? Deel het met anderen:

Vorig bericht
Video: soortenmanagementplan Zwijndrecht