BMP-methode
De aanwezigheid van de vogels werd onderzocht volgens de BMP-methode. Bij deze methode worden alle vogels die zich in een vastomlijnd gebied territoriaal gedragen, in kaart gebracht. Het vertonen van territoriaal gedrag wijst er immers op, dat de vogel in kwestie broedvogel is of zou kunnen zijn. Aan het einde van het broedseizoen worden de waarnemingen vervolgens herleid tot statistieken: zowel het aantal territoria als het aantal broedparen per soort wordt op deze manier vastgesteld.
Oosterheide, Galgenveld en de Meerberg blijken tezamen ruim 54 vogelsoorten en 1893 territoria te herbergen, waarbij de roodborst (227 paartjes), de vink (196 paartjes) en de koolmees (178 paartjes) de top-3 vormden. Ook 16 paar appelvinken, 2 paar ijsvogels, 5 paar haviken, 5 paar buizerds en 4 paar zwarte spechten vonden er hun thuis.