Opvallend weinig dagvlinders

Ecoresult voert op dit moment meerdere dagvlinder- en libellenonderzoeken uit, waaronder nabij Kasteel de Haar. De eerste resultaten hier laten zien dat de dagvlinders, met name de witjes (klein koolwitje, klein geaderd witje) erg in aantal achterblijven. In mei zijn er nog een aantal gezien, maar in juni slechts maar één van beide soorten. Ook soorten als dagpauwoog en kleine vos worden vooralsnog nauwelijks waargenomen. Het icarusblauwtje vliegt daarentegen wel goed. In het bijzonder op de plaatsen waar (rol)klaver staat. Of de aantallen nog toe willen nemen zal het verloop van het seizoen uitwijzen. Het koude voorjaar lijkt een direct effect op de aantallen dagvlinders te hebben gehad.

In tegenstelling tot de vlinders zijn de aantallen libellen wel goed. Vele variabele waterjuffers, grote roodoogjuffers, gewone oeverlibellen, vroege glazenmakers en glassnijders zijn waargenomen langs de routes. Ook werd er een kleine populatie bruine korenbouten en bruine winterjuffer gevonden. De komende weken zullen ook de sprinkhanen hun volwassen stadium bereiken. Aan de hand van zingende mannetjes en zichtwaarnemingen wordt ook deze soortgroep rondom Haarzuilens gemonitord.

Zowel de dagvlinders, libellen en sprinkhanen worden gemonitord via een traject van ca. 9 km verdeeld over 4 vaste routes. Deze worden tot eind september om de drie weken geteld. Aan de hand van deze gegevens kan het voorkomen van een bepaalde soort in het gebied worden bepaald. Bij (meer)jaarlijkse herhaling kunnen op deze manier ook trends berekend worden.

Deze gegevens kunnen onder andere ook voor de evaluatie van een gebied (bijv. in het kader van Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer, SNL) worden gebruikt. Daarnaast geven de onderzoeksresultaten veel informatie over het gevoerde beheer en de kwaliteit van het gebied.

Lees op onze pagina flora en fauna onderzoek meer over onze diensten.